Er was eens een meisje dat geen vriendjes of vriendinnetjes had. Ze heette Roosje. Roosje zag er fantastisch uit: ze had een mooi gezichtje, blauwe ogen en lang krullend haar. Er was maar één probleem: Roosje durfde tegen niemand iets zeggen. Alleen tegen haar mama taterde ze honderduit. Roosje had haar papa nooit gekend, hij stierf kort na haar geboorte.
'Mama, ik voel me zo alleen,' klaagde Roosje. Dat liedje hoorde haar moeder haast iedere dag. De vrouw vond het zo erg voor haar dochter dat ze af en toe probeerde het probleem op te lossen. Dat liep meestal niet zo vlot. Roosje voelde zich dan heel erg blij. Het idee dat er iemand speciaal voor haar naar hun huis kwam, dat vond ze gewoon fan-tas-tisch! Tot het moment daar was, dan klapte Roosje dicht. Het kind – meestal ingehuurd door mama – vond er zelfs voor een klein centje niets aan om met een meisje te spelen dat niet wilde praten. Meestal bleven ze niet langer dan een uur. Ze gaven de mama van Roosje beleefd een hand, fluisterden sorry en gingen dan weer naar huis. Een berg aan koekjes en glazen cola konden hier geen stokje voor steken. Mama was ten einde raad. Ze vond het verschrikkelijk om Roosje zo ongelukkig te zien.

Op een dag las ze een advertentie in de krant. Je moest heel erg goed kijken om het op te merken. Het kadertje was zo klein en stond helemaal onderaan in een hoekje.
Problemen met je kind? Huur een elfje om het op te lossen. Kostprijs: heel veel engelengeduld en vertrouwen.
De advertentie werd afgesloten met een betaalnummer. Ieder normaal denkend mens zou meteen gedacht hebben aan oplichterij, maar de mama van Roosje wilde niets aan het toeval overlaten. Wat als dit nu eens de enige kans was om haar dochter te helpen? Ze wou zo graag haar kind gelukkig zien en zien lachen. Thuis zelf lesgeven aan Roosje vond ze niet erg, maar zo bleef het enige contact van Roosje het contact met een volwassene. Dat kon gewoon niet gezond zijn.
'Oké,' zei de mama van Roosje, 'ik ga bellen naar een elfje. Zo gek klinkt dat toch niet, of toch?'
Ze nam de telefoon en vormde het nummer. 'Met elfje Eefje, waarmee kan ik u helpen?'
'Mijn dochter is bang om tegen vreemden te praten. Ze praat enkel tegen mij.'
'En u bent?'
'Haar moeder.'
'Ik begrijp het. Dit vraagt om een heel aparte aanpak. Het wordt niet eenvoudig. Geef mij uw adres door, ik stuur ons wonderelfje Brownie naar je toe. Ze brengt een dubbele portie elfenstof mee.'
'Dank je,' zei de mama van Roosje en legde de telefoon opzij. Ze wist alleen heel zeker dat ze een flinke telefoonrekening zou hebben, maar of ze ooit wonderelfje Brownie zou ontmoeten, dat wist ze niet.

Dagen gingen voorbij. Het telefoontje met elfje Eefje leek al zo lang geleden. De mama van Roosje was er ondertussen van overtuigd dat ze werd beetgenomen. Er bestonden natuurlijk geen elfjes die aan huis komen als je in de problemen zit. Dat is toch te belachelijk voor woorden?
Roosje werd iedere dag nog verdrietiger. Ze huilde 's avonds in bed, ze voelde zich zo alleen.
Op een avond lag ze diep onder haar deken verborgen omdat ze niet wilde dat haar mama haar zou horen. Haar kussen was kletsnat van de vele tranen. Plots hoorde ze iets, een heel zacht geluid bij het raam.
Tik tik.
Dan volgde er een lange pauze. Zo lang dat Roosje dacht dat ze het zich had ingebeeld. Wie zou er nu op een hoogte van drie verdiepingen op haar slaapkamerraam tikken? Dat was toch veel te gevaarlijk?
Daar was het weer. Tik tik. En nog een keertje. Tik tik. Roosje ging rechtop zitten in bed. Er was echt iets aan de hand! Zou ze haar mama roepen? Maar de nieuwsgierigheid van het meisje was veel te groot om eerst nog op mama te wachten. Ze gooide het deken van haar af en stapte naar het raam. Een heel klein figuurtje met bijna onzichtbare vleugeltjes wou net nog een keer tegen het glas tikken.
Dat lijkt wel een elfje, dacht Roosje. Maar nee, dat kon toch niet, er bestaan toch helemaal geen elfjes? Die zie je alleen maar in sprookjes, maar nooit in het echt. En al zeker niet aan je slaapkamerraam.
Tik tik. Het elfje was er nog steeds, Roosje zag hoe ze flink over haar armpjes wreef. Het heeft het natuurlijk heel erg koud met dit natte weer. Voorzichtig deed Roosje het raam open, het elfje vloog meteen naar binnen.
'Dank je,' zei het elfje zachtjes en ging op de rand van het bed zitten. Roosje zei niets, ze zat daar alleen maar en staarde voor zich uit. Zoals steeds het geval was, kon ze geen woord over haar lippen krijgen. Ook niet tegen een elfje.
'Ik ben Brownie,' sprak het elfje en ze gooide wat engelenstof over Roosje heen.
'Ik ben Roosje,' zei Roosje tot haar eigen grote verrassing.
'Zie je wel, je kan praten.' Het elfje was verrukt.
'Tuurlijk wel,' fluisterde Roosje, 'maar normaal lukt dat alleen met mama.'
'Je praat nooit met iemand anders? Echt nooit, nergens? Niet op school, niet in de winkel, niet op straat?' Het elfje keek zo verbaasd en schrok zo hard dat ze van de rand van het bed viel, pardoes op de knuffelbeer van Roosje.
'Gaat het?' vroeg Roosje.
'Hou dat gevaarlijke beest uit mijn buurt!' Ze wees naar Teddy die met zijn donkerbruine kijkers recht in de richting van het elfje keek.
'Wees maar niet bang, hij is niet echt.'
'Zeker?'
'Honderd procent,' zei Roosje.
'Vind je het moeilijk?' vroeg het elfje en ging wat makkelijker zitten op het bed.
'Wat dan?'
'Vind je het moeilijk om met mij te praten?'
'Nee,' gaf Roosje toe.
'Waarom vind je het dan wel moeilijk om te praten met een vriendje of een vriendinnetje? Of met de bakker om de hoek? Of met de buurvrouw?'
Roosje haalde haar schouders op, ze wist het niet. Dus keek ze een paar seconden naar het elfje terwijl ze nadacht over het antwoord. 'Ik weet het niet, dat is anders.'
'Hoezo anders?'
'Ja, jij hebt iets met me gedaan. Je gooide iets over mijn hoofd.'
'O, je bedoelt natuurlijk het engelenstof dat ik gebruikte toen ik hier bij je aankwam. Dat was ik even vergeten. Weet je wat? Ik geef je een paar flesjes engelenstof. Dan kan je dat gebruiken als er nog eens iemand bij je komt spelen. Je hebt een mooie kamer, ik wed dat ze staan aan te schuiven om hier met jou een namiddag te mogen doorbrengen. Kijk eens naar al die prachtige poppen, en zo'n mooie boeken! Het lijkt me een echt feest hier bij jou op de kamer!'
Roosje liet het hoofd hangen. 'Er komt nooit meer iemand bij me spelen. Ze vinden me niet leuk omdat ik niet kan praten.'
'Maar je kan het wel, je doet het nu prima. Je durfde het alleen nog niet, maar nu heb je mijn engelenstof. Dat zal je helpen om vriendjes te maken. Vraag morgen maar aan je mama of je iemand mag uitnodigen. Het komt goed, beloofd!'
'Dank je wel, ik weet niet hoe ik je moet bedanken,' zei Roosje en ze nam de drie flesjes aan die het elfje tevoorschijn toverde.
'Dan ga ik weer, je hebt me niet meer nodig. Dag Roosje. Ik vond het leuk met je te praten.'
'Ik vond het ook heel erg leuk,' zei Roosje, want ze had nog nooit met iemand anders gesproken in haar hele leven.

De volgende ochtend kwam mama Roosje wakker maken. Ze had in geen tijden zo heerlijk lang geslapen. 'Alles goed liefje?' vroeg mama. Roosje knikte.
'Mama,' vroeg ze, 'vind je het goed als er vandaag iemand komt spelen?'
'Natuurlijk,' antwoordde mama, een beetje bang voor de uitkomst van de uitnodiging zoals steeds, maar ze stond het uiteraard toe. Het mocht, Roosje vroeg of mama wou bellen naar de nieuwe buren verderop in de straat. Ze hadden een zoontje en Roosje vond dat hij er lief uitzag.
En zo geschiedde. Een paar uur later stond Robin aan de deur.
'Hij is er,' zei mama. Roosje werd een beetje zenuwachtig, maar dat was niet meer nodig. Ze had nu engelenstof, dat zou alles oplossen. Ze strooide snel een kleine portie over haar hoofd en liet mama ondertussen de deur openen.
'Dag mevrouw,' sprak de jongen, 'ik ben Robin.'
'Kom binnen, jongen. Ik weet zeker dat je het hier naar je zin zult hebben. Kijk, daar is Roosje al.'
'Dag Roosje,' zei Robin en ging vlak voor haar staan.
'Dag Robin, kom je mee naar mijn kamer om te spelen?'
De mama van Roosje stond er met open mond naar te kijken. Ze had haar dochter nog nooit horen praten tegen iemand anders, en nu ging het als vanzelf. Het kostte haar geen enkele moeite. De kinderen gingen spelen in de kamer van Roosje en haar mama bracht hen cola en koekjes, meer dan ze ooit hadden gekregen. Het was heerlijk om het gelach van Roosje doorheen het hele huis te horen. Het werd een fantastische dag, iedereen genoot met volle teugen.

Toen Roosje 's avonds door mama werd ondergestopt, knuffelde mama haar stevig. 'Wat is er vandaag met je gebeurd? Kwam het door Robin? Is hij anders?'
'Nee, het komt door het engelenstof,' legde Roosje uit, en ze wees naar de drie kleine flesjes op het nachtkastje. Daar is mijn voorraad zout naartoe, dacht de mama van Roosje, maar ze hield wijselijk haar mond.
'Wauw, wat ben je een geluksvogel. Iemand heeft je engelenstof gegeven en nu heb jij vandaag een vriendje gemaakt. Wat goed van je. Ik ben zo fier op jou!'
'Ik ben zo blij, mama, nu ben ik zoals alle andere kinderen. Mag ik dan ook naar school? Of ben jij dan heel erg verdrietig?'
'Nee, tuurlijk niet. Je mag naar school. Weet je wat ik heb gelezen onlangs, over engelenstof?'
Roosje schudde het hoofd en keek vol verwachting naar haar mama.
'Ik las in de krant dat een voorraad engelenstof heel erg zeldzaam is, maar wie het geluk heeft om er eentje te krijgen, valt nooit zonder. Want net als je denkt dat je heel erg zuinig moet zijn omdat je bijna alles hebt opgebruikt, dan worden de potjes weer gevuld. Zo kom je nooit zonder te zitten. Het is betoverend.'
Roosje gaf haar mama een warme knuffel. En mama wist dat ze ervoor moest zorgen nooit zonder zout komen te zitten.


Copyright: Katrien Dierick

Loading full article...

Een happy end gelukkig!
Toen mijn broertje ziek was praten hij in het ziekenhuis nooit. 11 weken lang hebben ze geen geluid uit hem gehoord. Hij praten alleen als niemand van het ziekenhuispersoneel erbij was. Toen hij na de tijd terug moest voor controlle sprak hij voor het eerst... Show more
Blijkbaar is alles wel te verklaren. Je zwijgt niet zomaar, zou ik denken.
Wat leuk geschreven
Ik heb genoten van je sprookje!
Dank je wel, Ingrid, dat doet me veel plezier!
Mooi verhaal! Knap geschreven
Dank je wel, Inge.
Wat een knappe man op je foto :-)
wauw, k hing aan je lippen...wat een verhaal zeg
Wat een fijne reactie!
Wat een mooi verhaal maar engelenstof die onthou ik, mocht ik het ooit ergens voor nodig hebben bij dochterlief
Het kan dus van pas komen :)
Wat een lief sprookje!! Tussen haakjes: ik heb ooit iemand ontmoet die tegen niemand praatte: alleen tegen zijn vrouw en kind. Hij werkte een tijd bij mijn vader. We zijn er nooit achter gekomen waarom dit zo was/is...
O werkelijk?
Het was een verzinsel, had nooit gedacht dat dit in werkelijkheid ook zo kon zijn.
Lijkt me niet echt haalbaar op een werkvloer.
Engelengeduld en zout, een gouden duo. Heerlijk sprookje, Katrien. Top gedaan!
Dank je wel, Dana!
Ook een hele warme merci voor het cadeautje. Je bent een schat!
Ik ben ondertussen aan opdracht 2 bezig :)
Echt super geschreven.. met plezier tot het eind gelezen :)
Dank je wel voor deze mooie reactie.
Ik ben blij dat je het met zoveel plezier hebt gelezen!
Met veel plezier gelezen, prachtig en liefdevol geschreven
Dank je wel voor deze lieve, warme reactie! :)
Wat mooi Katrien.
Dank je wel, Mieke!
Heerlijk mooi verhaal
Dank je wel, Candy.
Ik heb het met veel plezier geschreven.
Wat een heerlijk sprookje!
Dank je wel, Hans! Het is meteen ook mijn terugkeer naar Yoors. Ben hier al vele maanden stil geweest. Ik had andere dingen aan mijn hoofd, het 'ontspoorde' zelfs een beetje ;-)